Internetproviders mogen in beginsel geen e-mails blokkeren
Minister Kamp van Economische Zaken heeft aangegeven dat zowel internetproviders als telecomaanbieders in beginsel geen e-mailverkeer mogen blokkeren. De commissie van Economische Zaken had aan de minister vragen gesteld over de interpretatie van de anti-spamregels. Minister Kamp kreeg bovendien ook een aantal vragen te verwerken met betrekking tot de toenemende macht van telecomaanbieders bij blokkeren van spam-berichten.
Meer duidelijkheid
De commissie heeft een de minister meer duidelijkheid gevraagd over niet alleen de rol, maar ook de positie van de aanbieders van elektronische communicatiediensten wanneer zij er voor kiezen om spam tegen te houden. Bovendien stelde de commissie zich eveneens de vraag of het huidige spamverbod niet in die mate ruim is opgesteld dat verschillende grondrechten waaronder in het bijzonder deze van de vrijheid van meningsuiting in gevaar worden gebracht.
Netneutralitietsverordening
Kamp verwijst voor wat de eerste vraag betreft naar de Netneutraliteitsverordening. Deze stelt onder meer dat aanbieders van internettoegang geen toestemming hebben om ‘verkeerbeheersmaatregelen’ te nemen die als gevolg hebben dat internetverkeer wordt geblokkeerd. Dit zorgt er concreet voor dat het voor deze partijen niet is toegestaan om in het beginsel e-mailverkeer te blokkeren. Dit is eveneens het geval wanneer het vermoeden bestaat dat er sprake is van spam. De minister benadrukte wel dat er een aantal uitzonderingen op het verbod gelden. Een internetprovider zou er bijvoorbeeld wel voor kunnen kiezen om bepaald verkeer te blokkeren op het ogenblik dat dit een vereiste blijkt te zijn om de integriteit en veiligheid van het netwerk te kunnen waarborgen.
Spamverbod
Met betrekking tot het spamverbod haalde de minister aan dat het de Autoriteit Consument & Markt is die er voor verantwoordelijk is dat het spamverbod wordt gehandhaafd. Minister Kamp benadrukt dat het bij een spamverbod gaat om ongevraagde communicatie die wordt ontvangen onder de noemer van directmarketing. In dit gegeven blijft het belangrijk om ook rekening te houden met de inhoud van artikel 11.7. Een brief die ongevraagd door een burger aan de gemeenteraad wordt gericht met diens visie over een bepaalde kwestie kan bijvoorbeeld bezwaarlijk als spam worden aanzien. Hetzelfde geldt voor een e-mail die wordt verstuurd door een politieke partij met de vraag om lid te worden van de partij in kwestie. Ook al is deze e-mail in de basis ongevraagd.